Rembrandt

 

 

 

 

                                                                                                        2010

 

 

 

 

Rembrandt door Louis Royer, 1852

 

 

Oudste standbeeld

 

Het oudste nog bestaande standbeeld in Amsterdam is ‘Rembrandt‘ op het Rembrandtplein, dat in 1852 is gerealiseerd. Kort daarop volgde het standbeeld voor Vondel in het Vondelpark. Opmerkelijk is dat voor standbeelden in Amsterdam eerder ‘onze grote kunstenaars‘ in aanmerking kwamen dan staatshoofden of leden van het koningshuis, een enkele uitzondering daargelaten, zoals Thorbecke op het Thorbeckeplein.

 

In de 19e eeuw werden in Nederland ongeveer 35 standbeelden en monumenten opgericht. In bijna alle gevallen gebeurde dit op particulier initiatief, de overheid speelde er nagenoeg geen rol bij. En er waren nauwelijks Nederlandse beeldhouwers die in staat waren dergelijke opdrachten naar tevredenheid uit te voeren, het is tekenend dat de uit Mechelen afkomstige beeldhouwer Louis Royer (1793 – 1868) maar liefst vijf standbeelden voor Nederland heeft ontworpen waarvan twee in Amsterdam: Rembrandt en Vondel (andere beelden: Michiel de Ruyter, Willem van Oranje en Laurens Janszoon Coster).

 

 

 

        

 

                                            19e eeuw

 

 

 

                                                                             1914

 

Grootsch

 

De periode van idee tot onthulling besloeg twaalf jaar. In 1841 werd het plan tot eerbetoon aan Rembrandt opgevat en een manifest zag het licht met als program het oprichten van het beeld. Beeldhouwer Louis Royer verwierf de opdracht, hij woonde destijds op de Oudezijds Achterburgwal en daar ontstond Rembrandt.

 

Huisvriend Jozef Alberdingk Thijm schreef in 1843 ”Hij werkt van ’s morgens zessen tot ’s avonds negenen en vervalt zichtbaar, maar het werk stijgt ten top; het kind groeit ten koste van de moeder.” Een jaar later, toen het model klaar was, dichtte de huisvriend:

 

                                   Ja God ! ja, dat is grootsch !

                                   Dat is het schepsel waardig

                                   Eens door U-zelf gevormd

                                   Sterk, vruchtbaar, edelaardig

 

De uitvoering  verliep niet zonder problemen. Geld was bijeengebracht en voor zolang belegd in staatsobligaties. Maar de waarde daarvan kelderde zodanig dat overwogen werd het beeld in beton te laten uitvoeren. Gelukkig bleek het bedrag toch nog net toereikend om het in ijzer te laten gieten.

 

De eerste gieting mislukte, er vielen zelfs gewonden, maar een tweede gieting in 1851 slaagde. Het beeld werd uit één stuk gegoten, voor die tijd een knap stuk werk. De naam van de meestergieter Ivar Jacobsen kwam daarom ook op de sokkel. Toen Rembrandt in 1924 een nieuwe, lagere sokkel kreeg, is Jacobsen van het voetstuk gevallen.

 

 

 

                                           

 

 

Onthulling

 

Het sein voor de onthulling (‘ontblooting’) op 27 mei 1852 werd gegeven door koning Willem III nadat hij “Leve het vaderland, hoezee” had geroepen. ’s Avonds was er een groot feest waar ruim 200 kunstwerken werden verloot, afgestaan ter financiering van het beeld. Ook was er vuurwerk voor het volk.

 

Jan Schenkman (onderwijzer / illustrator) dichtte het volgende verslag: ‘Er waren Rembrandt-broodjes, Rembrandt-moppen, Rembrandt-taarten, Rembrandt-poppen, ’t zij van suiker, gips of hout, ook van zilver, staal of goud, Rembrandt-broches, Rembrandt-spelden. Om voor een groot genie te gelden, Rembrandts leven bij de vleet, naar ieders smaak gekneed.’

 

Het beeld was aan de noordzijde van de Botermarkt geplaatst bij het Reguliersplein (ofwel Kaasplein). In 1876 werd op dit plein het beeld van Thorbecke onthuld en veranderde de naam Reguliersplein in Thorbeckeplein. Rembrandt moest in verband met de komst van Thorbecke verhuizen naar het midden van de Botermarkt dat bij die gelegenheid omgedoopt werd in Rembrandtplein.

 

(bronnen: het Amsterdams Beeldenboek, 1996,  Ons Amsterdam, 2002 en het Parool 2010)

 

 

 

 

                                                                                                             2006

 

Zwerver

 

Na de herinrichting van het plein in 2009, is Rembrandt 180 graden gedraaid. Op een nieuwe sokkel kijkt hij nu naar het westen. Het beeld heeft sinds 1852 op zes plaatsen gestaan, gemiddeld elke 25 jaar een andere plek op het plein. De architect van het plein werd gevraagd naar de reden van de huidige wijziging.

 

‘De reden dat hij is gedraaid, heeft te maken met het nieuwe ontwerp. In het midden van het plein is een plint gelegd van hardsteen. In die plint zijn alle functies van het plein gestopt, het beeld staat er, maar ook bankjes en een waterobject. Als daar straks toeristen zitten, zouden ze tegen Rembrandts achterkant aankijken als we hem niet hadden gedraaid.”

 

De beeldengroep ‘de Nachtwacht’ die sinds 2005 aan zijn voeten stond, is niet teruggekeerd na de renovatie.

 

 

 

                 

 

 


 

Rembrandt Harmenszoon van Rijn (1606 – 1669)

Rembrandt was schilder en etser. Hij leefde in de Gouden Eeuw (~17e eeuw), een tijdperk waarin de Nederlandse cultuur, wetenschap, economie en politieke invloed op een hoogtepunt waren. Rembrandt vervaardigde ongeveer 600 schilderijen, 300 etsen en 2000 tekeningen, hij maakte bijna 100 zelfportretten.

 

Rembrandt onderscheidde zich door zijn stijl van zijn tijdgenoten. Hij werd vooral beroemd door de wijze waarop hij het licht op zijn onderwerp liet vallen. Zijn beheersing van licht en donker waarbij hij vaak scherpe contrasten neerzette om zo de toeschouwer het schilderij binnen te leiden, zijn levendige scènes vol dramatiek zonder de strakke formaliteit die andere kunstenaars in die tijd vaak hanteerden zijn kenmerkend. Hoogtepunt op het gebied van regie van personen en het gebruik van lichteffecten is het in 1642 voltooide 'Het korporaalschap van kapitein Frans Banning Cocq en luitenant Willem Ruytenburgh', dat als de Nachtwacht  bekend is geworden.

 

 

 

 

                                                                                                                                                                        2006

 

 

 


 

Louis Royer (1793-1868)

De beeldhouwer Louis Royer werd geboren in Mechelen. In deze Vlaamse stad studeerde hij aan de Academie. Op 17-jarige leeftijd ging hij in de leer bij de beeldhouwer Jan Frans van Geel. Vervolgens zette hij zijn studie voort in Parijs. Nadat Royer in 1823 de Prix de Rome won, verbleef hij vier jaar in Rome. Toen Royer in 1828 terugkeerde naar het noorden, vestigde hij zich in Den Haag. Hier hoopte hij opdrachten te ontvangen van de koninklijke familie.

 

Na zijn verhuizing naar Amsterdam, trad er een verandering op in Royers werk: hij legde zich toe op portretten van beroemdheden uit de Nederlandse geschiedenis. Royer was een van de oprichters van de Amsterdamse kunstenaarsvereniging Arti en Amicitiae in 1839.


(Prix de Rome:  Een bezoek aan Rome en het bestuderen van de kunst van de oudheid en de Renaissance vormde vanaf de 16de eeuw een belangrijk onderdeel van de opleiding tot kunstenaar. De 'Prix de Rome' was een soort beurs die veelbelovende jonge kunstenaars in staat stelde naar Rome te gaan om hun studie te voltooien. De prijs werd in 1664 ingesteld in Frankrijk en wordt sinds de Franse tijd ook in Nederland uitgeloofd, in diverse categorieën van beeldhouwkunst, schilderkunst, bouwkunst en grafiek).

 

 

 

                                            

 

                                                     Louis Royer door Charles van Beveren, 1830  (Rijkmuseum Amsterdam)

 

 

 

 

 

 

 


 

Rembrandtplein, Amsterdam Centrum

 

Foto’s: maart en juli 2006, maart, juli en september 2010

 

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

Buitenbeelden in Amsterdam Centrum

 

Monumenten in Amsterdam: Portretten