Justus van Maurikbank

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Justus van Maurikbank door Eduard Jacobs, 1904

 

 


 

Justus van Maurik (1846-1904)

 

Van Maurik was een bekend schrijver aan het einde van de 19e eeuw. Zijn boekenfiguren waren populair. Ter ere van zijn werk is in het jaar van zijn overlijden een bank geplaatst in het Oosterpark. Aan de zijkanten zijn zijn geesteskinderen afgebeeld: de mannen Isaak van den Dam en Tijs Jolleman, de vrouwen Mea de Porster en Oude Sientje.

 

Van Maurik schetste Oude Sientje als volgt: ‘Een klein verschrompeld gezichtje met uitstekende jukbeenderen, een neusje, dat nog pogingen doet om zich recht te houden, en een ingevallen mond waarin één enkele tand als een obelisk op vroeger tijden wees. Rimpelig als een overjarige pimpeling en sproeterig in het gelaat, dat, begroeid door spaarzaam grijs, bijna wit haar, uit haar grooten hoed opdoemde’.

 

Zijn werk heeft de tand des tijds niet overleefd, de bank is een stille getuige. Citaten uit een artikel uit de Schuitemakers Purmerender Courant van 30 november 1904 met de kop

 

IETS NAAR AANLEIDING VAN EEN STERFGEVAL

 

Justus van Maurik had duizenden vereerders in Nederland, Oost-Indië en Vlaanderen, ja waarschijnlijk ook wel in Zuid-Afrika en Amerika, wie las Nederlandsch en bleef onbekend met Van Maurik’s werken ! Maar nergens kon hij meer vereerd worden dan in Noord-Holland. In verschillende steden en dorpen onzer provincie oogstte hij bewondering in met de voordracht van zijn eigen schetsen en novellen, een bewondering zoowel om de voordracht als om het voorgedragene.

 

Wij, over het algemeen liberaal denkende en gevoelende Noord-Hollanders, hadden schik in van Maurik’s werk en optreden, zoodat we hem al toejuichten, voor hij nog een woord tot ons had gesproken. Hij was er als voor geknipt om aan vele Noord-Hollanders tegelijk van allerlei stand een hoogst genoegelijken avond te bereiden.

 

Gelukkig, dat zijn werken er nog zijn om ons veel van dat genoegen te doen blijven genieten. In die boeken blijft hij voor ons leven; een monument om hem niet te doen vergeten, heeft hij nog in lange jaren niet noodig.

 

Onder de figuren in Van Maurik’s werken zijn vele vermakelijke, die ons deden lachen, maar ook tragische, die medelijden in ons wekten, al waren het meerendeels eenvoudige Amsterdamsche mannen en vrouwen en jongelieden. Justus van Maurik zal in de herinneringen geen plaats innemen onder de groote mannen van zijn tijd, maar onder de aantrekkelijkste, de geestigste, de beste zal hij zeker worden gesteld. We vergeten snel, maar figuren als Van Maurik blijven in ons geheugen. Zijn naam zal nog genoemd worden, als zijn nu levende vereerders reeds lang het wereldtooneel hebben verlaten.

 

 

 

 

          

                  1887

 

 

       

  

 

                    1898

 

 

           

                                             1917

 

 

                                                                                 1901

 

 

      

                                                                                   1922

 

 

 

 

                                                                            1921

 

 

 

                                 

 

                                              pentbriefkaart 1916

 

 

 

 

                      

 

 

 

 


 

Eduard Jacobs (1859-1931)

 

De beeldhouwer is evenals het werk van Van Maurik in de vergetelheid geraakt. Anders dan Van Maurik, is hij nooit doorgebroken. Ed Jacobs studeerde van 1883-1888 aan de tekenacademie in Brussel en werkte en volgde ook opleidingen in Parijs, Florence en Rome dankzij het winnen van de Prix de Rome. Tussen 1891 en 1903 werkte hij in Amsterdam en maakte o.a. het beeld van Hendrik de Keyzer aan de gevel van het Stedelijk Museum. Na zijn Amsterdamse periode verhuisde hij naar Laren waar hij in 1931 overleed.

 

In 1913 schreef S.H. Kever over Jacobs: “Zoo iemand verweten kan worden, dat hij te weinig offerde aan de reclame, of zooals men ’t wel noemt, te weinig “aan de weg timmert”, is dit zeker wel ’t geval met den beeldhouwer wiens naam hier boven staat, en dan is dit ook zeker wel de oorzaak dat de naam Eduard Jacobs lang niet in die mate als hij het verdiende, klank heeft in ons land.”

 

 

 

                         

 

                                     prentbriefkaart 1914

 

 

 


 

Voorjaar 2010: Er zat een scheur in het zitgedeelte en het voegwerk was slecht. De bank is onder handen genomen en weer opgeknapt teruggekeerd.

 

 

 

                   

 

 

 

 

 

                              

 

 

 

 

 


 

Oosterpark

 

Foto’s: april 2007 en juni 2010

 

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

Buitenbeelden in Amsterdam Oost