Historie

 

beelden voor 1980

 

 

 

 

                                       Naatje met de electrische tram

 

 

 

 

 

Verdwenen beelden

 

 

 

Naatje

 

door Louis Royer, 1856

Locatie: de Dam 

 

Monument voor de Volksgeest en Nederlandse Eendracht van 1830

 

Monument ter herinnering aan de Belgische Opstand, het beeld herdacht de vergeefse strijd die vrijwilligers in 1831 tijdens de Tiendaagse Veldtocht hadden gevoerd om de verzelfstandiging van België te verijdelen. Het is het eerste nationale monument. De uit blauwe steen gehouwen naald, naar een ontwerp van M.H. Tetar van Elven, was versierd met de wapens van Nederland en prins Willem I. Verder waren er vier krijgstrofeeën afgebeeld en het Metalen Kruis. Bovenop stond de Eendracht dat al snel de bijnaam Naatje kreeg.

 

 

 

 

 

 

Het beeld werd gemaakt door Louis Royer die nota bene van Vlaamse afkomst was: “Een beeldhouwer uit de gelederen van de vijand laat steen komen uit de bodem van zijn vaderland om een nationaal monument te maken ter meerdere glorie van de agressor.” Progressieve geesten spotten al kort na de onthulling: “Juffrouw Eendracht is onthuld, de commissie heeft gesmuld, en de natie is gekuld (verneukt).” De pracht duurde niet lang: eerst werkten de fonteinen niet meer, vervolgens braken een arm en de neus af van Eendracht. Een zachte steensoort was gebruikt, ongeschikt om blootgesteld te worden aan weer en wind, zodat wangen, voorhoofd en kuiten er op den duur aangevreten uitzagen. Bij hoog bezoek ten paleize werd Naatje versluierd door bloemen.

 

Naatje moest uiteindelijk in 1914 wijken voor de aanleg van een trambaan voor de elektrische tram. De Amsterdammers zongen:

 

        “En Naatje van de Dam, die moet verdwijnen,

         die moet verdwijnen voor de electrische tram”.

 

Ook dichtten zij:

 

         “Lieve Naatje, schrei toch niet.

          Nu gij dra de sloopers ziet,

          Lang genoeg stondt ge op den Dam

          Oud en stijf, mismaakt en lam

 

 

 

 

 

                

 

 

 

 


 

 

 

 

Maarten Tromp

 

door J. van Dam, ca 1820

 

Ooit had Amsterdam een Marinewerf, de werf lag langs het IJ waar het nu Grote Kattenburgerstraat heet.

 

Een oude ansichtkaart toont dat er een standbeeld heeft gestaan van M.H. Tromp. Maerten Harpertszoon Tromp (1598-1653) was een admiraal van de vloot en staat bekend als zeeheld, hij heeft een praalgraf in de Oude Kerk in Delft. Zijn bemanning had hem de koosnaam Bestevaêr gegeven.

 

De marinewerf werd in 1915 ontmanteld, het hoofdgebouw, het huidige Scheepvaartmuseum, bleef bestaan. De Telegraaf schreef zomer 1915 over de opheffing. Een citaat:

 

“Gelukkig blijven de typische oude gebouwen, als de marinierskazere, de magazijnen en bureelen bestaan. Het gezellige binnenplaatsje met het standbeeld van Maarten Harpertszoon Tromp, als gedachtenis aan den slag bij Ter Heide, waar hij voor het vaderland het leven liet, blijft dus onaangeroerd.”

 

In De Sumatra Post van 10 mei 1924 staat meer over de geschiedenis van het beeld:

“Een standbeeld van Maerten Harpertsz Tromp in de hoofdstad? Inderdaad, maar een eigenlijk standbeeld is het niet, al heeft het er toch veel van weg. Sedert meer dan een eeuw staat het op

 

’s Rijks Marinewerf -sedert 1916 het Marine-Etablissement- en al is deze instelling niet publiek toegankelijk, toch is het nog altijd van de straat af zichtbaar als een werkelijk “standbeeld”.

 

De geschiedenis van dit zeer groote houten beeld staat niet precies vast, want voor een deel is zij legendarisch. In ieder geval is het bedoeld als een beeld ter versiering van ’n fregat. Daarvan spreekt de houding van de figuur en de plooiing van den mantel, waarvan de kap is voorzien van twee uitstekende stangen. Met deze kon het aan de rugzijde bevestigd worden aan een houten steun, zoodat dan het geheele beeld uit den vooroverhellenden stand meer opwaarts werd gericht. Zoo zou Bestevaer Tromp met den commandostaf in de uitgestrekte rechterhand symbolisch den weg ter overwinning hebben aangewezen.

 

In afwijking van de werkelijke bestemming, is het beeld echter, vermoedelijk reeds sedert langen tijd, op een houten sokkel geplaatst. Hiermede is tegelijk verklaard waarom het nu een eenigszins vreemden indruk maakt. Tusschen 1815 en 1820 – zo luidt het verhaal – moest op ’s Rijks Werf een fregat zijn gebouwd dat rijk versierd en dan gedoopt zou worden met den grooten naam van Tromp. Er schijnt aan den bouw veel te hebben gehaperd want na herhaalde wijziging is het zelfs tot driemaal toe te water gelaten en toen het nog niet voldeed, in een verloren hoek van de werf gemeerd, zonder dat het ooit in de vaart werd gebracht.

 

Vast staat daarbij, dat de toenmalige commandeur der modelmakers, met name J. van Dam. dit schegbeeld heeft vervaardigd. Altijd nog staat het beeld op zijn voetstuk, maar lang kan het niet meer duren. Het houtwerk vertoont ernstige sporen van den tand des tijds, zonder dat blijkbaar aan herstel wordt gedacht.”

 

               

In 1931 verschijnen het bericht dat het houten beeld naar binnen wordt gehaald, uit het Algemeen Handelsblad van 14 februari:

 

 

De puntjes achter de laatste zin laten twijfel zien. Gerechtvaardigd blijkt. In 1953 was het beeld al lang uit zicht. Iemand had navraag gedaan bij het Scheepvaartmuseum en, schrijft de Telegraaf, dat wist te vertellen dat het standbeeld van hout vervaardigd was en vergaan, waarschijnlijk door het slechte onderhoud en verwaarlozing.

 

Een andere mogelijkheid is natuurlijk dat het opgestookt is in de oorlogsjaren …….

   

 

 

 

                                               

 

 

 


 

Herten

 

door Jaap Kaas, ca 1935

 

De foto toont Jaap Kaas in zijn atelier rond 1935. Hij werkt aan de herten, zijn laatste gemeente-opdracht. Het beeld werd in het Flora-park in Noord geplaatst, maar is sinds 1974 verdwenen.

 

 

 

 

 

 

 


 

Groei

 

door Fred Carasso, 1959

Locatie: bedrijventerrein Hempoint

 

 

De firma Fynhout gaf Carasso de opdracht tot een beeld ter gelegenheid van de bouw van een nieuw bedrijvencomplex.

 

De kunstenaar heeft een 23 meter hoog beeld gemaakt met bladmotieven van verschillende houtsoorten. In de loop der tijd vertrok de firma, het beeld bleef achter en bleek 35 jaar later verdampt.

 

 

 

 

 


 

Minerva

 

door Jan Havermans, 1930

Locatie: hoek Apollolaan / Minervalaan

 

          

    

    

 

                      Het Volk, 16 december 1930

 

           Gestolen in 1985. Op de plek staat nu het beeld ‘Apollo offering’ van Armand.

 

 

Naschrift: het beeld is in 2017 teruggevonden. Uit het NOS-journaal van 15 oktober 2017: Het beeld werd na de diefstal niet omgesmolten maar verdween in het circuit van illegale kunsthandelaren. Een paar jaar geleden dook het beeld weer op, een kunsthandelaar kocht het in 2007 Hij  ontdekte pas later dat het om gestolen goed ging. De handelaar: “Dit wilde ik niet in mijn bezit houden, dit is van iedereen. [..] Ik verlies mijn ‘kindje’, ik heb hem ooit aangeschaft omdat ik hem zelf zo mooi vond.” Het beeld wordt in 2018 teruggeplaatst voor het Hilton.

 

 


     

 

Beursmannetje

 

door Pieter d’Hond, 1966

Locatie: Damrak, tegenover het Beursgebouw.

 

De eigenlijke naam van het beeld is ‘De Krantenlezende Man’. Het was een geschenk van het Financiële Dagblad aan de stad bij haar 100-jarig bestaan, in die tijd was het FD aan het Damrak gevestigd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                                                                       

 

Omvergegooid

 

De afgelopen nacht is het ‘Beursmannetje’ omver gegooid. Het fraaie beeldje, dat korte tijd geleden aan het Damrak tegenover de Beurs was geplaatst, werd gelukkig niet beschadigd. Een paar potige agenten en een passerende bouwvakarbeider hebben het ¹Beursmannetjeª weer op zijn plaat gezet.

(Foto’s en fotobijschrift ANP, 25-05-1966)

 

 

 

                 

 

               foto’s: D. van den Heuvel

 

 

Ruw verwijderd

 

Ik weet niet anders of het beeldje heet "Het Beursmannetje". Het heeft jaren op de Damrak gestaan, recht tegenover de Beurs van Berlage. (…) Twee bouwvakkers trokken het beeldje uit de grond en niemand stond stil. Daarna kwakten ze het in de laadbak van hun wagentje en reden er mee weg. Van "Het Beursmannetje" werd geen afscheid genomen, geen mooie woorden, geen bloemen. (…)

 

Vandaag was ik ook op een crematie, en daar waren wel mooie woorden, en wel bloemen, want er was een mens weggegaan. We doen veel slecht, wij mensen. Wij rukken mooie beelden uit de grond en rouwen er niet om. Maar we doen soms ook iets goeds; als we gewoon even stilstaan bij het vertrek van een dierbaar iemand. Maar is het gek als ik ook een beetje rouw om het verlies van mijn "Beursmannetje"?

(citaten van de weblog van Dick van den Heuvel  03-07-2003)

 

In opslag

 

Het krantenlezende mannetje - in opslag i.v.m. werkzaamheden Noord-Zuidlijn (Damrak, op trottoir t.o. nr. 59)

(site Stadsdeel Centrum, najaar 2006)

 

Het beeld schijnt inmiddels herplaatst te zijn bij het gebouw waar het Financieel Dagblad gevestigd is, aan het Prins Bernhardplein.

 

 


 

Bijlmerman

 

door Anton Martineau, 1975

officiële naam:  Man met bonbondoos’

Locatie: tegenover metrostation Ganzenhoef, Bijlmermeer

 

 

Wuivende man met bonbondoos is zoek

 

Waar is de wuivende man met bonbondoos gebleven die jarenlang bij metrostation Ganzenhoef in de Amsterdamse Bijlmer stond? Een kleurenfoto van het metershoge, neon-verlichte beeld hing afgelopen maand in het Cobra-museum in Amstelveen op de tentoonstelling van beeldend kunstenaar Anton Martineau. Enthousiaste museumbezoekers wilden het beeld in het echt zien en gingen naar de Bijlmer: alleen – waar stond dat ding dan?

 

De wuivende man met bonbondoos is weg. Verdwenen. Al drie jaar, naar nu blijkt. ,,Als 'ie is waar ik denk dat 'ie is, dan is er niet veel meer van over'', had de kunstenaar van een ambtenaar te horen gekregen. ,,Geen idee waar dat beeld nu is'', zegt een woordvoerder van stadsdeel Zuidoost, eigenaar van het beeld. En voorzitter A. Zondervan van de werkgroep Kunst en Vernieuwing, die probeert openbare kunstwerken in Zuidoost van de slopershamer te redden, zegt: ,,Het beeld komt op onze inventarisatie uit 1993 niet voor.''

 

Toen de gemeente Martineau 25 jaar geleden de opdracht voor het kunstwerk gaf, mocht hij geen rood en groen licht gebruiken. Het kunstwerk zou dan te veel overeenkomsten met een verkeerslicht vertonen. En de piloon waarop het beeld zou komen te staan, moest een grote deur hebben, omdat anders de medewerker van het energiebedrijf zou moeten bukken om bij de stoppenkast te komen.

 

Waarschijnlijk is de toenmalige projectleider van Ganzenhoef, Lex van Lange, een van de laatsten geweest die het beeld op zijn plek hebben zien staan. ,,Bewoners wilden het beeld na de renovatie van Ganzenhoef graag terug. Daarom hebben we het zorgvuldig gedemonteerd.''. Van september 1996 tot juni 1997 lag het opgeslagen tussen de bouwketen op het werkterrein. Maar de wuivende man paste niet in het beeld van de nieuwe stadsontwerpers. Van Lange: ,,Toen wij het werkterrein schoon moesten opleveren, is het beeld naar de gemeentewerf gegaan.'' Maar Bouke Kooistra van de gemeentewerf in Zuidoost zegt: ,,Ik weet zeker dat hij hier nooit heeft gestaan.'' Martineau heeft de Stichting Beeldrecht ingeschakeld.

(NRC 27 mei 2000)

 

 

                                              

                                                       Illustratie: 'Fodor 38',  25 november 1976 -9 januari 1977

                                                       (met dank aan Paulien Roos / Minotaurus boekwinkel – Amsterdam)

 

 

Niemand miste vier meter hoge man in Bijlmer

 

Hij is weg. Twintig jaar heeft 'de Bijlmerman' vrolijk staan zwaaien, ter begroeting van de reizigers die metrostation Ganzenhoef in de Bijlmermeer verlieten. Niemand weet waar het beeld is gebleven. De wuivende man met bonbondoos heette de vier meter hoge, cartoonachtige sculptuur van perspex van kunstenaar Anton Martineau officieel. In de volksmond 'de Bijlmerman'. Of, met het oog op zijn gleufhoed en brede schouders, 'de Bijlmerpooier'. 's Nachts werd hij van binnenuit verlicht.

 

Martineau: ''Toen ik het stadsdeel belde (voorjaar 2000), zei een ambtenaar: 'Wat zeur je nou, man. Dat beeld is twee jaar geleden al opgeruimd.' Later zei een andere ambtenaar: 'Als het ligt waar ik denk dat het ligt, is er niet veel meer van over.' Moet je nu als kunstenaar echt in de gaten houden of je beeld er nog wel staat?''  Bizar, vindt hij het. Vooral dat het beeld, waarvoor hij in 1975 van de gemeente zelf de opdracht kreeg, zo geruisloos heeft kunnen verdwijnen. ''Het is toch bepaald geen speculaaspopje. Ze zullen een flinke kraanwagen nodig hebben gehad om het weg te halen.''

 

In mei 2001 meldde stadsdeel Zuidoost bij het Stedelijk Museum - belast met de registratie van de gemeentelijke collectie kunstwerken in de openbare ruimte - dat het beeld bij renovatie verloren was gegaan. Het Stedelijk nam de mededeling eenvoudigweg voor kennisgeving aan. Gistermiddag sprak de gemeenteraad over het verlies van de Bijlmerman. De raadsleden waren het snel eens: Martineau heeft recht op genoegdoening in de vorm van een nieuwe opdracht. Het Amsterdams Fonds voor de Kunst heeft al een plaatsje bij Ganzenhoef uitgezocht. En Zuidoost mag voor straf de rekening betalen.

(naar het Parool, 15 november 2002)

 

 

 

Lezersreactie

(…) De als verloren beschouwde Bijlmerman van Anton Martineau heeft hij overigens nog zien staan op 'een werfje achter een woonhuis aan de Molenkade in Duivendrecht'.

(het Parool, 30 november 2002)

 

Gebaar

(…) Met de verdwijning van het kunstwerk de Man met bonbondoos, beter bekend als de Bijlmerman, wil de wethouder cultuur van de centrale stad net als het AFK een gebaar maken naar de desbetreffende kunstenaar en heeft de opdracht gegeven om een nieuw beeld te maken. Een groot deel van de kosten worden gedragen door het AFK en de centrale stad. Met een eenmalige bijdrage van € 20.000 kan het stadsdeel hierin participeren.

(Voorjaarsnota 2005, Gemeente Amsterdam, stadsdeel ZuidOost, 27 mei 2005)

 

Jaartallen

De geciteerde nota uit 2005 draagt een publicatiedatum precies vijf jaar na openbaarmaking van de vermissing in de NRC. De kunstenaar is geboren in 1926.

    

 

 

 

Presentatie ‘Kop met vier neuzen’

 

Verdwenen ‘Bijlmerman’ van Martineau vervangen

 

Zaterdag 27 september 2008 om 15.30 wordt het openbare kunstwerk van Anton Martineau ‘Kop met vier neuzen’ op de Bijlmerdreef in Amsterdam gepresenteerd. De IJzerplastiek is gemaakt in opdracht van het Amsterdams Fonds voor de Kunst, de Gemeente Amsterdam en het Stadsdeel Zuidoost. Dit nieuwe werk is tot stand gekomen nadat in 2000 ‘De wuivende man met bonbondoos’ (in de volksmond ‘Bijlmerman’) van Martineau plotseling van zijn plek bij Metrostation Ganzenhoef was verdwenen. Tot op heden is voor overheid noch kunstenaar bekend waar het beeld zich bevindt, waarom het is weggehaald en door wie.

 

 

 


 

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

 

 

Foto’s: Groei en Minerva uit ‘Het Amsterdams Beeldenboek’,

Het Beursmannetje uit ‘De grote stad, Amsterdam’