Levensgang

 

 

 

 

 

 

 

 

 

        Levensgang door Mari Andriessen, 1938

 

 

 

 

 

 

 

 

     

De Rusthoeve

 

Het ouderencentrum, in oude spreektaal het bejaardenhuis, de Rusthoeve is gebouwd in 1934-35 naar een ontwerp van architect Wieger Bruin en in opdracht van de Vereeniging van Hervormde Diaconieën. Het gebouw is opgetrokken in de stijl van de Delftse School. Het gebouw werd in 1936 in gebruik genomen en in 1938 ingewijd.

 

Aan de linkerkant van het hoofdgebouw bevindt zich een risaliet, een naar voren springend gedeelte van de gevel. Het hoge raam in de risaliet op de eerste verdieping loopt door tot de vloer, het raam dat in het verlengde ligt op de benedenverdieping loopt door tot het plafond. Dat geeft het aanzien van een glazen pui.

 

Ter hoogte van de tussenvloer is het reliëf ‘Levensgang’ aan- gebracht.

Een verwarmings-element doorbreekt nu het ruimtelijk effect.

 

 

 

 

Op de gedenksteen onder het
benedenraam staat:

 

Vertrouwend op God

werd in zorgelijken tijd

dit tehuis voor ouden van dagen

DE RUSTHOEVE

gesticht door de Vereeniging

van Hervormde Diaconieen

in de classis Edam

 

 De eerste paal werd geslagen op  9 december 1934.  Het gebouw werd betrokken op

17 februari 1936

 

 

 

 

 

 

 

Het reliëf ‘Levensgang’ geeft de vier levensfasen weer van zowel man als vrouw. Mari Andriessen, een bekende van architect

Wieger Bruin, is de maker. Het beeld is van teakhout en wit geschilderd.

 

 

 

      

 

           Drie citaten uit het artikel ‘De Rusthoeve plechtig ingewijd’ uit de Provinciale NH Courant van 10 september 1938

 

 

 

 

 

 

 

 


 

Op het oude mannen- en vrouwenhuis

 

In 2009 is de Rusthoeve gerenoveerd en bij de heropening is als afronding een gedicht van Martinus Nijhoff onthuld. Het gedicht had Nijhoff destijds speciaal voor de Rusthoeve gemaakt. De architect Wieger Bruin was een vriend van hem en deze vroeg Nijhoff een gedicht te schrijven om dat samen met een tekening van het huis als rijmprent bij de opening aan de genodigden te overhandigen. Het gedicht is gemaakt, de rijmprent niet. Als reden wordt tijdnood genoemd en ‘omdat Nijhoff een ander soort bejaardenhuis voor ogen stond dan de Rusthoeve’.

 

 

 

Op het oude-mannen- en vrouwenhuis

te Purmerend

 

 

Als oude menschen beginnen te droomen

dat het leven is zooals God beschikt heeft,

is het heerlijk als zij een huis binnenkomen

waar het klokje tikt als het thuis getikt heeft.

 

De handen, die het pijpje met zorg omringen,

het grijze haar, schier zoo wit als het kapje,

vinden eindelijk tijd voor herinneringen:

wat een reis leek het, wat was het een stapje.

 

Men raakt urenlang over vroeger en later

niet uitgesproken nu men gaat denken.

men ziet de zon schijnen, en over het water

de vogels tusschen twee hemelen zwenken.

 

 

 

                              Martinus Nijhoff (1894-1953)

 

 

  

 

 

 


 

Levensloop

 

De naam van het reliëf ‘Levensgang’ is in de loop der tijd geëvolueerd naar het meer hedendaagse ‘Levensloop’. In de hal staat een kunstwerk dat eveneens ‘Levensloop’ heet. Het is gemaakt door Malisca Muller en is een schenking van de Vereniging van hervormde diaconieën De Rusthoeve ter gelegenheid van de afronding van de renovatie 2009.

 

 

                     

 

 

 

 

                                                   

 

 

 

 


 

Mari Andriessen (1897–1979)

Andriessen studeerde aan de Haarlemse School voor Kunstnijverheid van 1912 tot 1916 en vervolgde zijn opleiding op de Rijksacademie voor Beeldende Kunst in Amsterdam (1917-1923). Hij voltooide zijn studie op de Akademie der Bildende Kunst in München waarna hij zich definitief in Haarlem vestigde.

 

Door zijn vriend en collega-beeldhouwer Frits van Hall kwam hij in een literaire kring terecht waarvan o.a. Godfried Bomans, Lodewijk van Deyssel, C.J. Kelk, Adriaan Roland Holst en Jan Slauerhof deel uitmaakten. Ook met zijn collega's Hildo Krop en John Raedeker onderhield hij door zijn lidmaatschap van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers (1925) vriendschappelijke banden.

 

In de begintijd van zijn carrière kreeg hij door zijn katholieke afkomst opdrachten van kerken en woningbouwverenigingen voor het maken van beelden met bijbelse onderwerpen en gevelstenen. Veel leverde dit evenwel niet op; de familie leefde in armoede. Maar zijn bekendheid groeide waardoor er ook van buiten de rooms katholieke kring opdrachten kwamen. Rond 1930 kon hij zijn gezin van de opbrengsten van zijn kunst onderhouden.

 

In de oorlogsjaren 1940-1945 weigerde Andriessen een afstammingsverklaring te tekenen waardoor hij verstoken bleef van officiële opdrachten. Zijn vriend Van Hall kwam in een Duits concentratiekamp om; Andriessen koos voor het ondergrondse verzet. Na de oorlog ontstond grote vraag naar herdenkingsmonumenten. Andriessen werd de meest gevraagde kunstenaar voor oorlogs- en verzetsmonumenten. Zijn scheppingen staan over heel Nederland verspreid met als hoogtepunt "De Dokwerker" op het Jonas Daniël Meijerplein in Amsterdam (1952, brons) dat herinnert aan de stakingen tegen de deportatie van joden in februari 1942.

 

 

 


 

Wolthuissingel 1, Purmerend

 

Foto’s: november 2009

 

 

 

                                     

 

                                           1955

 

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

Buitenbeelden in Purmerend