Vlinders

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vlinders door Loes van der Horst, 1998

 

Het Flevohuis is een verzorgingshuis en bestaat uit twee gebouwen die tegenover elkaar staan. Op het plein ertussen kan het flink waaien. Kunstenaar Loes van der Horst heeft daarom twee luifels voor de entrees van het Flevohuis ontworpen. Daarboven ‘zweven’ twee reusachtige aluminiumvormen, opgehangen aan staalkabels tussen de twee gebouwen. De kabels lijken de objecten in bedwang te moeten houden, alsof ze ieder moment kunnen wegvliegen. De twee vormen zijn verschillend, maar horen duidelijk bij elkaar; de ene is hol, de andere bol.

 

Loes van der Horst is een laatbloeier. Pas rond haar vijftigste kreeg ze bekendheid als kunstenaar in de openbare ruimte. Ze werkt met zeilen, vliegers, vleugels, in aluminium, polyester, vooral lichte materialen. De beelden van van der Horst maken zich los van de grond, en lijken te zweven. Het beeld voor het Flevohuis is gemaakt van gewapend aluminium, maar doordat er gaten in gemaakt zijn, waar de lucht doorheen te zien is, lijkt het beeld heel licht tussen de spankabels te zweven. De organische vormen zijn niet zo bedacht: 'Als je iets maakt dat aërodynamisch is, waar de wind geen vat op krijgt, kom je vanzelf bij die vormen terecht. Het is dus niet zo dat bladeren en vlinders een uitgangspunt vormden'.

 

“Ik wil de ruimte aanpakken. Ik leid met wat ik maak ogen langs plekken waar je normaal gesproken niet terecht kunt.”

 

 

 


 

Loes van der Horst (1919-2012)

 

Info

 

Loes van der Horst, dochter van beeldhouwer Oswald Wenckebach,  werkte aanvankelijk met textiel, later met nieuwe technieken en materialen zoals kunstvezels, plastics, snoeren en buizen. Hieruit groeide haar ruimtelijk werk. Zij ontving voor haar hele oeuvre de Judith Leysterprijs.

 

Van der Horst werd oorspronkelijk opgeleid als schilder, maar kwam daar door het moederschap niet of nauwelijks aan toe. In 1959 begon zij met weven. “Mijn moeder stuurde me een weefgetouw met de woorden ‘als je met de verf niet verder komt probeer het dan met draadjes’.”  Ze begon te weven en ging zich steeds meer in kunststoffen verdiepen. Ze kwam terecht in de wereld van de textielkunst, waar zij als vernieuwer het gebruik van synthetische stoffen introduceerde. Vanaf het begin van de jaren tachtig maakt zij vooral beelden in de openbare ruimte.

 

 


 

Kramatplantsoen, Flevohuis

 

Foto: maart 2007

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

Startpagina buitenbeeldverhaal Amsterdam: Zeeburg

 

Startpagina buitenbeeldverhaal Amsterdam: Flora & Fauna