Schip op de helling Schip op Helling door Marius van Beek, Wim Tap en Hank Beelenkamp, 1983 alias: VOC monument
Het
beeld uiteengenomen vanwege een herinrichting van het plein februari 2007 VOC De Oostelijke eilanden Kattenburg, Wittenburg en Oostenburg zijn halverwege de zeventiende eeuw aangelegd. De uitbreiding maakte deel uit van een grootschaliger expansie (ook Westelijke eilanden werden aangelgd) die de geschiedenis inging als De Grote Stadsuitleg. De eilanden, die naast elkaar in het IJ staken, dienden vooral de Vereenigde Oostindische Compagnie. Op Oostenburg had de VOC vanaf 1660 haar werven gevestigd voor de oorlogs- en handelsvloot. Op de werven in Oostenburg zijn in een kleine anderhalve eeuw meer dan vijfhonderd schepen gebouwd. Waar het eiland in het IJ afliep, zijn de restanten blootgelegd van twee scheepshellingen van elk twaalf meter breed en vijftig meter lang, daterend uit de zeventiende eeuw. De vondst maakt duidelijk dat toen al grootschalig en industrieel werd gebouwd. In 1800 was de bloeiperiode van de VOC en de scheepsindustrie voorbij. De scheepsindustrie werd vervangen door staalindustrie voor de spoorwegen. Behouden Februari 2007 ligt het beeld in onderdelen uiteen, omhekt ter bescherming vanwege de herinrichting van het plein. Het beeld blijft behouden, het wordt niet ver van de oorspronkelijke plek herplaatst. Stadsdeel Centrum: “Het kunstwerk, dat nu min of meer midden op het plein staat -en ook in het Masterplan op die plek staat- wordt verplaatst en krijgt een nieuwe plek op de grens met het pleindeel voor de Witte Boei.” ‘Een poort op de geschiedenis van
Amsterdam’ Wim Tap, een van de makers in de buurtkrant ‘Eilander Online’ in 2000: De uitgangspunten voor het beeld waren: a. De formele ruimtelijke situatie: een lang smal plein met een monumentale kerk. Er kon dus niet iets kleins komen, dat zou totaal wegvallen. b. De historische plek: op Wittenburg waren de scheepswerven van de Verenigde Oostindische Compagnie (1602-1798). Die waren in hun tijd de voorhoede op het gebied van techniek en ondernemingslust, voor een deel misschien te vergelijken met de ruimtevaarttechnologie van nu. Zo kwamen we op een schip met een boegbeeld 'de dame met de witte snor' en drenkelingen op de achterkant. Er verzopen er nogal wat (vooral matrozen) als ze al niet stierven aan scheurbuik of tropische ziekten en uitputting. Het totaal vormt een soort poort, waarin de windrichtingen zijn verwerkt. En naast het symbool van de V.O.C. staat de tekst van Multatuli: "Er ligt een Roofstaat tussen Oost-Friesland en de Westerschelde." Deze tekst is een onderdeel van de aanklacht, waarmee Multatuli z'n beroemde boek Max Havelaar eindigt. In dit boek klaagt hij de Nederlanden aan, dat ze 'Insulinde, het eilandenrijk, dat zich slingert als een gordel van smaragd om de evenaar' uitbuit. De bewondering voor deze ontzagwekkende ondernemingslust en technische vaardigheid staat naast de afschuw, die we nu voelen voor de stuitende wreedheid van bijvoorbeeld Jan Pieterszoon Coen. Iets van deze ontegenzeggelijke grote geschiedenis hebben we vast willen houden met het beeld, een poort op de geschiedenis van Amsterdam. Marius van Beek (1921-2003) www.mariusvanbeek.nl Wikipedia Wim Tap (1938-2010) Hank Beelenkamp (1952) www.hankbeelenkamp.nl Wittenburg, Amsterdam Centrum Foto’s: februari en maart 2007, juni 2009 Startpagina Buitenbeeldinbeeld Buitenbeelden
in Amsterdam Centrum |