Daarom moet ik wenen ‘Daarom moet ik wenen’ door Wessel Couzijn, 1950 Deportatie Op het wigvormig voetstuk staan een vrouw en een man met op de voorgrond een kind dat de vrouw vasthoudt. Op het voetstuk staat een Hebreeuwse tekst met een citaat uit een van de klaagliederen van de profeet Jeremia, tevens de titel van het beeld. Het beeld van de Joodse beeldhouwer herinnert aan de deportatie: man en vrouw zijn bepakt en gezakt. In de Tweede Wereldoorlog zijn uit de Transvaalbuurt veel joden afgevoerd naar kampen.
Wessel Couzijn (1912-1984) Op driejarige leeftijd verhuist Wessel Couzijn met zijn moeder naar New York. Als gevolg van kinderverlamming kan hij een arm niet meer optimaal gebruiken. De fysieke kant van het beeldhouwen is daardoor een zware opgave voor hem. In 1930 wordt hij toegelaten tot de schilderafdeling van de Rijksacademie in Amsterdam. Op die afdeling wordt vaak met gips gewerkt. Hij is hier zo enthousiast over dat hij zich inschrijft voor de beeldhouwafdeling. Hij krijgt les van Jan Bronner en wordt een groot bewonderaar van de hoogleraar. Zo maakt hij vaak beelden volledig in de geest van Bronners architectonische beeldhouwkunst. In 1947 maakt Couzijn een gedenkteken in steen voor het bordes van het stadhuis van Made. Bronner is niet zo te spreken over dit werk; Couzijn is erg geraakt door zijn reactie en zoekt zijn eigen weg. In 1948 begint de kunstenaar met brons te werken. Hij maakt in 1951 een ontwerp voor het Nationaal Monument voor de Koopvaardij in Rotterdam en dit ontwerp betekent een doorbraak. De open, losse vormen die hij gebruikt zijn nog vrij nieuw in Nederland. Voor het eerst is in de aangevreten en uitwaaierende vlakken de latere Couzijn te herkennen. In 1959 vormde Couzijn
samen met de beeldhouwers Carel Kneulman, Ben Guntenaar, Shinkichi Tajiri en
Hans Verhulst de ‘Groep A’dam’. Het
doel: “Door gemeenschappelijke inspanning veelvuldig op internationaal niveau
te exposeren om daardoor de hedendaagse beeldhouwkunst nieuwe erkenning te
verlenen.” Maar al snel viel de groep door meningsverschillen uiteen. De
groepsleden onttrokken zich met hun werk aan de nogal traditionele
beeldhouwkunst van dat moment in Nederland, het werk van de groep werd
gekarakteriseerd als ‘de Cobra van de Nederlandse beeldhouwkunst’. In 1960 breekt Couzijn nationaal en internationaal door. In dat jaar is het Nederlandse paviljoen op de Biënnale van Venetië vrijwel geheel aan zijn werk gewijd. Hij toont daar voor het eerst de brozen sculptuur ´Belichaamde Eenheid´ die in 1963 voor het Unilever-gebouw in Rotterdam wordt geplaatst. Couzijn heeft zich tijdens zijn carrière met vele vormen van kunst beziggehouden. Van schilderen en tekenen tot beeldhouwen. President Brandtstraat Foto’s: juni en december 2006 Startpagina Buitenbeeldinbeeld Buitenbeelden
in Amsterdam Oost Buitenbeelden
in Amsterdam: Gevelbeelden |