Vrouwen van Ravensbrück Monument voor Vrouwen van Ravensbrück door Joost van Santen (en in naam Guido Eckhardt en Frank Nix), 1975 Monument Het monument herdenkt de vrouwen die omkwamen in het concentratiekamp Ravensbrück en is een eerbetoon aan de vrouwen die hun leven gaven in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Signalen Op de advertentie waarin kunstenaars naar een ontwerpsuggestie werd gevraagd reageerden er drie. Besloten werd dat zij alle drie een ontwerp zouden maken waarvan er één gezamenlijk zou worden uitgevoerd. Gekozen is voor het ontwerp van Joost van Santen. Het monument bestaat uit elf reflectieplaten in een halve cirkel gegroepeerd rond een hoge cilinder. De zuil zendt twee signalen uit. Het eerste signaal bestaat uit een opkomend en daarna weer uitdovend licht (dat doet denken aan zoeklichten in het kamp), het gaat over in een aanzwellende en wegstervende ruis. Dit signaal is voor de vrouwen die niet zijn teruggekeerd uit het kamp. Het tweede signaal is een rondgaande lichtflits tezamen met een kloppend geluid (een van een hartslag afgeleid klopsignaal) en verwijst naar de vrouwen die de oorlog hebben overleefd. Als het licht op zijn hoogtepunt is, blijven flits en klop een keer weg: een ogenblik van stilte. Op de platen staat de tekst: vrouwen van Ravensbrück 1940-1945 voor haar die
tot het uiterste neen bleven zeggen tegen het fascisme Op de achterkant staat op een plaat: 1939-1945 Ter
nagedachtenis aan de 90.000 vrouwen en kinderen en de 20.000 mannen die in het
concentratiekamp Ravensbrück zijn omgebracht. Concentratiekamp Ravensbrück Ravensbrück was ten tijde van de Tweede Wereldoorlog een concentratiekamp voor vrouwen, in de buurt van Fürstenberg/Havel, honderd kilometer ten noorden van Berlijn. Ravensbrück werd gebouwd door gedetineerden uit het concentratiekamp Sachsenhausen. In het voorjaar van 1939 kwamen de eerste 1000 vrouwen uit Lichtenburg aan in het kamp. Vanaf 1941 werd het kamp uitgebreid met afdelingen voor mannen en kinderen. Ook het vrouwenkamp werd steeds verder uitgebreid, onder andere met productiehallen voor Siemens. Tussen 1939 en 1945 werden 132.000-135.000 vrouwen en kinderen (vanwie er 90.000 zijn omgekomen), 20.000 mannen en 1000 vrouwelijke tieners (in het Jugendschutzlagers Uckermark) als gevangene geregistreerd. De gevangenen, waaronder ook joden, Roma en Sinti kwamen uit veertig landen. Tienduizenden werden vermoord, stierven van honger of ziekte, of werden slachtoffer van medische experimenten. In het kader van de moordactie "14 f 13" werden vooral joodse vrouwen vermoord. Nadat in 1944 gaskamers waren gebouwd, liet de SS circa 5000 tot 6000 vrouwen vergassen in Ravensbrück. In Ravensbrück hebben 866 Nederlandse vrouwen gevangen gezeten. De meeste van hen hadden verzet gepleegd tegen de Duitse bezetting. Ze hadden Joden geholpen met het vinden van schuilplaatsen, wapens getransporteerd voor het verzet, Amerikaanse en Engelse piloten die waren neergeschoten helpen te ontkomen, verzetskranten rondgebracht, persoonsbewijzen vervalst. De grootste groep Nederlandse vrouwen arriveerde na verschrikkelijke taferelen in het Nederlandse concentratiekamp Vught in september 1944 in Ravensbrück. In Vught waren de Duitsers reeds begonnen het kamp te ontmantelen en hiermee samenhangend werd het aantal executies vergroot. De vrouwen waren onder de meest afschuwelijke omstandigheden naar Ravensbrück getransporteerd, omdat de nazi’s bang waren voor de druk van de geallieerde troepen. De Duitsers hadden kans gezien om in twee dagen tijd alle gevangenen naar Duitsland af te voeren. Zowel de mannen als de 652 vrouwen. De situatie in Ravensbrück was op dat moment zeer slecht. Er was ruimtegebrek en de vrouwen moesten de zeer koude nachten buiten doorbrengen. Velen werden ziek en stierven. Ziek zijn stond vanaf eind 1944 sowieso gelijk aan de dood. Wie niet meer geschikt was om werk te verrichten ging via Uckermarck naar de "Gaskammer" van Ravensbrück. De Nederlandse vrouwen werden deels naar zogenaamde Aussen-commando’s gebracht (bijv. Telefunken in Reichenbach en Agfa in Dachau), deels werd men als werkslaaf ingezet bij Siemens of in andere werk-commando’s. Op 30 april 1945 werd het kamp door het Sovjet leger bevrijd. Er werden nog circa 3000 achtergelaten zieken aangetroffen. Na de bevrijding was voor velen het leed nog niet geleden, in de weken na de bevrijding stierven nog talloze zieken, en anderen leven tot op de dag van vandaag met de gevolgen van hun verblijf in dit kamp. Jaarlijks wordt op de laatste zondag van april de bevrijding van het kamp door de Russische legers herdacht. Joost van Santen (1929), Guido Eckhardt (1944) en Frank Nix (1934)
Museumplein Foto’s: juli 2006 Startpagina Buitenbeeldinbeeld Buitenbeelden in Amsterdam Zuid Monumenten in Amsterdam: WO II |