Us Mem Monument Fries Rundvee Stamboek
door Gerhardus (Graddus) Adema, 1954
Fijngebouwde, diepe koe In de zomer bezocht de Friese koerier het atelier van beeldhouwer Adema en schreef op 26 juni 1954 onder de kop ‘Portret van Friese Koe sober en adelijk’: “Het grote kleimodel laat zich in deze kleine werkplaats moeilijk in zijn geheel beoordelen, maar stuk voor stuk zijn de onderdelen prima geslaagd. De fraaie kop toont zelfs uit de klei leven en uitdrukking; de romp en het vlakke kruis laten ons een adellijk dier zien en de poten staan stevig en goed gevormd. De huidpartijen zijn fijn gemodelleerd. de uier en melktekens spreken. Een dood model van de ideale Friese koe? O, neen; eerder een levend portret van het dier, waaraan onze provincie zoveel te danken heeft; een fijngebouwde, diepe koe, sober en strak en toch uitdrukkingsvol. Straks, in brons op het voetstuk staande, zullen de lijnen nog wel duidelijker gaan spreken, maar toch durven wij nu de heer Adema al geluk wensen met zijn schepping.” Strakke ruglijn, voortreffelijke uier Ook dagblad Trouw ging langs bij de kunstenaar en schreef op 23 juli 1954 dat het standbeeld 1,25 maal de ware grootte zou worden, en: “Het lijkt heel gemakkelijk zo ’n standbeeld te maken, want er lopen immers genoeg koeien in Friesland rond. Modellen te over! Maar wie zó redeneert, kent de Friese veefokkers niet. De koe, die straks op het Zuiderplein [‘het Zuivelplein’ schrijft een andere krant] zal staan, moet een model-koe zijn. De lijn van de rug moet strak zijn, de poten mogen geen centimeter te lang worden, àlles moet “adel” zijn. Daarom heeft voor dit standbeeld niet één koe model gestaan, maar wel vijf* en daarvoor werden de beste stamboekkoeien gekozen. De een had een bijzonder goede kop, de ander een voortreffelijke uier en zo krijgt de bronzen koe dus alle goede hoedanigheden, welke voor een fokdier maar denkbaar zijn, in zich verenigd.” * waaronder Evertje 45 en Afke 13
De eretitel was feitelijk een bedenksel van een paar journalisten (Henk van der Meulen en Jildert Sudema van de Leeuwarder Courant), beeldhouwer Adema kon het wel waarderen. Friesbees De winkeliersactie ‘Us Mem, Slagzin van de dag’ uit 1954 leverde zelfs een Zuid-Afrikaans rijmpje op: Die Friesbees is die bron van ons welvaart en krag Van Kaapland tot boê in Transvaal “Us Mem”, die “ma” van ons swart-bonte prag, Sij’s ons Boere se groot ideaal.
Uitgerangeerd en weggezet Een ander winnend rijmpje van de winkeliersactie ‘Us Mem, Slagzin van de dag’ uit 1954 luidde: Voor ’s lands devies “Je Maintiendrai” / Strijdt naast de Leeuw “Us Mem” ook mee! Maar het stamboekrund wist zich niet te handhaven. In de jaren zeventig raakte het Friese vee ‘in verval’ aldus een gelauwerd fokker in de Volkskrant van 13 april 2001. De koeien gaven steeds minder melk. Massaal werden er embryo's en sperma uit de Verenigde Staten gehaald en later uit de rest van Nederland en andere landen. Maar veel van dat niet-Friese fokmateriaal kwam oorspronkelijk uit Friesland, zoals de Friesian Holsteins uit Amerika, en dus bleef er een Friese bloedlijn bestaan, was het idee van de fokker. Een verklaring uit 2016: Er werd voorheen gefokt op
exterieur en melkproductie. Pas later, in de jaren zeventig, werd de fout
ingezien. Vanaf die tijd zijn hogere melkgift en hogere gehaltes eiwit en vet
leidend. In 1998 ging het Fries Rundvee Stamboek (FRS) en het Nederlands Rundvee Stamboek (NRS) op in CR Delta dat volgens de website van rijkswege ‘Erkenning [heeft] voor het bijhouden van een stamboek en de reglementering en uitvoering van prestatieonderzoek en fokwaardenschatting voor 26 runderrassen’. Het Fries stamboekvee staat niet in de opgegeven lijst rassen. Een woordvoerder al in 2001: “Er is geen sprake meer van Fries stamboekvee. De fokkerij is een mondiale aangelegenheid.” Het huidige Fries-Hollands rund is een zogenaamde dubbeldoel-koe: zowel geschikt voor melk- als vleesproductie. In de melkveehouderij worden in Nederland nu voornamelijk Holstein-Friesian runderen ingezet.
De coöperatieve veeverbeteringsorganisatie CRV kreeg in 2017 een nieuwe vestiging in Wirdum en hoopte dat Leeuwarden genoeg losgeweekt was van Us Mem om toe te staan dat de voormalig iconische koe naar de nieuwe kernfokkerij kon verhuizen om daar als boegbeeld te dienen. Maar de eerder genoemde wethouder zag ook daar geen brood in: “Sjoch, Us Mem stiet op in goed plak. Wat us oanbelanget moat it byld dër moai bliuwe” [Kijk, Us Mem staat op een goede plek. Wat ons betreft moet het beeld er mooi blijven staan]. Gerhardus Jan Adema (1898-1981)
Adema met zijn modelkoe Ansichtkaarten Zuiderplein
Leeuwarden, Harlingersingel Foto’s: maart 2018 |