Admiraal en zeeheld

 

 

 

 

                                                                     

 

 

Maarten Harpertsz Tromp door Rombout Verhulst, ca 1654-55

 

 

Het beeldje is een ontwerp voor het grafmonument van Maarten Harpertsz Tromp (1598-1653) in de Oude Kerk te Delft. De gesneuvelde admiraal van de vloot ligt in zijn strijdtenue op een kanon en houdt een commandostaf en een onderscheiding vast. De man had een grote staat van dienst (Wikipedia), hij stierf in de strijd tijdens de zeeslag bij Ter Heijde. De vlootvoogd kreeg een praalgraf en raadspensionaris Johan de Witt hield een lijkrede. Hij eerde Tromp met de woorden:

 

Een zeeheldt, welckers gelycke de aerde niet veel heeft gedragen ende mogelyck niet lichtelyck in 't toekomende sal syn te vinden.”

 

 

                                     

 

 

Imago-graven

 

Al een paar dagen na de dood van Maarten Tromp besloot de Staten Generaal hem te gedenken met een grafmonument. Jacob van Campen maakte het ontwerp en Rombout Verhulst mocht het beeldhouwwerk realiseren. De staat was eerder opdrachtgever geweest voor het bouwen van praalgraven, maar toen ontbrak daadkracht. Willem van Oranje kreeg in 1623 zijn monument nadat in 1609 daartoe besloten was en het beloofde praalgraf voor admiraal Piet Hein werd pas negen jaar na zijn dood op aandringen van de weduwe opgeleverd.

 

In het eerste stadhouderloze tijdperk (1650-1672) nam het aantal opdrachten van staatswege voor praalgraven sterk toe. De slagvaardigheid van de Staten-Generaal op dit vlak, wordt geďnterpreteerd als politieke propaganda: de grafmonumenten voor zeehelden moesten uitdrukking geven aan de moed, de glorie en het aanzien van het land. Er was geen stadhouder meer die de uitstraling van de natie belichaamde en de dode volkshelden moesten die leemte voor zover mogelijk vullen.

 

De grafmonumenten trokken veel bekijks, zowel van burgers uit alle lagen van de bevolking, als van buitenlanders. De reizigers legden hun bewondering vast in beschrijvingen en kronieken. Zo functioneerden de praalgraven ook over de grens als imago- en identiteit-bepalend voor de Republiek.

 

 

 

 

         

 

Maarten Tromp door resp. het atelier van Michiel Jansz. van Mierevelt (na 1640), door Jan Lievens (1640-53) en op een overlijdingspenning door Wouter Muller (1653). Tekst op de penning: ‘mijn hert en hand was voor het landt’

(Collectie en foto’s: Rijksmuseum Amsterdam)

 

 

 

 

 

 

    

 

 

 

Eretekens

 

Maarten Tromp wordt meestal met een medaille om de hals afgebeeld. Jan Lievens laat op zijn portret van Tromp de medaille vrijwel oningevuld. Na de dood van Tromp zijn veel afgeleide portretten gemaakt naar dat schilderij en de medaille kreeg diverse invullingen. Op het portret bij leven van het atelier Michiel Jansz. van Mierevelt en op de overlijdingspenning draagt Tromp ook verschillende eretekens. Zegevierende admiraals kregen gouden eremedailles en gouden ketens als onderscheiding. De medaille droeg over het algemeen een wapenschild met de Nederlandse leeuw en aan de keerzijde het wapenschild van de zeven provinciën of een passende tekst. De gouden ketens vonden vaak snel hun weg terug naar de goudsmid in ruil voor geld, misschien hangt daarom de medaille van Tromp op het portret van Lievens en op zijn grafbeeld aan een lint.

 

Tromp is voor zijn daden een aantal keer gelauwerd. In 1629-31 kreeg hij viermaal een gouden ereketen van de Republiek en in 1639 een vijfde. Dat jaar werd hij ook door Lodewijk de 13e van Frankrijk benoemd tot ridder in de Orde van Sint-Michiel. Van kardinaal Richelieu ontving hij een gouden keten met een medaille met het portret van de geestelijke. Vermoedelijk is dat de ketting die Tromp draagt op het portret dat geschilderd is door het atelier Michiel Jansz. van Mierevelt. De afbeelding op de andere medaille is de Nederlandse Maagd.

 

 

 

 

Interieur van de Oude Kerk in Delft met de tombe van Admiraal Maarten Tromp; door Hendrick van Vliet ,1658

(collectie Toledo Museum of Art, VS). Het praalgraf trek veel bekijks.

 

 

 

 

 

 

 


 

Rombout Verhulst  (1624-1698)

 

Wikipedia

 

Rombout Verhulst deed een belangrijk deel van zijn werkervaring op in het atelier van Artus Quellinus in de jaren dat deze beeldhouwer midden 17e eeuw het nieuwe stadhuis in Amsterdam van decoratie voorzag. Nadien is Verhulst vooral bekend gebleven door zijn graftombes, portretten en tuinbeelden.

 

 

 


 

Ansichtkaarten Oude Kerk Delft

 

 

 

       

 

 

 


 

Rijksmuseum Amsterdam

 

Foto’s: oktober 2013

 

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

 

Startpagina Beelden in het Rijksmuseum