Tronie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tronie door onbekende beeldhouwer, ca 1650

 

 

Vanaf de Renaissance was het weergeven van markante, karikaturale koppen op doek of papier in zwang.

 

Snaeckse Tronjen

 

In de 16e eeuw tekende en schilderde Pieter Bruegel de Oude (ca 1520 – 1596) dagelijkse taferelen op het platteland. Ook beeldde hij ‘koppen’ af, tronies van de boerenbevolking (links: Kop van een oude vrouw, 1563; Alte Pinakothek, München) . Eén van zijn bijnamen is ‘Boeren-Bruegel’. In de Gouden Eeuw kende men zijn tekeningen en waren ze een inspiratiebron; in 1658 werd een boek uitgebracht met de titel:

 

 Toonneel des Wereldts Ontdeckende De Ongestuymigheden en Ydelheden in woorden ende wercken deser verdorvene Eeuwe, op-gepronckt met aerdige en zin-rijcke Versen, benevens twee-en-tseventigh snaeckse Tronjen, getekent door den Konstigen Schilder P. Breugel.”

 

De getoonde karikaturen horen bij bepaalde karaktertrekken, niet bij specifieke personen. Karikaturale gezichten waren al eerder bekend van Leonardo da Vinci. In het midden van de 17e eeuw waren originele tekeningen van zijn tronies in Amsterdam:

 

 

Tronien

 

Thomas Arundel en zijn vrouw Aletheia vestigden zich in 1643 in Amsterdam en namen hun kunstcollectie mee. Daaronder bevonden zich tekeningen van tronies door Leonardo da Vinci. Na hun dood zijn de tekeningen enige tijd in bezit geweest van Nicolaes Flinck, de zoon van schilder Govaert Flinck en daarmee bekend in kunstenaarskringen van die tijd. Later zijn (kopiën van) de tekeningen gebundeld in ‘Tronien getekend door Lionardo da Vinci’.

 

 

 

 

 

Geliefd genre

 

Ook andere kunstenaars maakten karikaturale koppen, het genre was geliefd. Zelfs op tegels werd het motief gebruikt (* zie onder). De gebeeldhouwde tronie van het Rijksmuseum is bijzonder omdat kostbaar marmer gebruikt is voor de boerenkop.

 

 

                 

 

           Leonardo da Vinci, ca 1490                            Hendrick Golzius, 1607                                  Adriaen Brouwer, ca 1642

 

 

 

 

                                         in 2015 blijkt de omlijsting die op de oudere foto’s zichtbaar is, verwijderd

 

 

 


 

* Zin-rijck vers

 

In 1658 kwam een boek uit met 72 afbeeldingen van gezichten, waarvan 36 gebaseerd op de ‘snaakse tronies’ van Pieter Bruegel de Oude. Ieder portret ging vergezeld met een vers waarin het personage gekarakteriseerd werd. Titel van de bundeling:

 

“Toonneel des Wereldts Ontdeckende De Ongestuymigheden en Ydelheden in woorden ende wercken deser verdorvene Eeuwe, op-gepronckt met aerdige en zin-rijcke Versen, benevens twee-en-tseventigh snaeckse Tronjen, getekent door den Konstigen Schilder P. Breugel.”

 

    In onderstaand vers vertelt de goeiige Floris of Florian over zijn vrouw Kinne Snavels:

 

 

 

Goelijcke Floor

 

Elck heeft sijn Liefje lief, al wasse vuyl besnot.

 

Ick min mijn Snaveltje, sy mijn parmantigh Back-huys.

 

De Potte-backer draeyt het decksel na de Pot.

 

Oock maeckt den Timmer-man de bil-bril na het Kackhuys.

 

Elck soeckt naer sijns ghelijck. Het vuyl voegh by het vuyl.

 

Noyt vlieght den Bonte-kraey, in vriendtschap by den Uyl.

 

 

 

 

 

 

 

Links:

Tegel met het portret van Goelijcke Floor; ca 1625-1650

Foto: www.geheugenvannederland.nl

 

 

 

 

Goelijcke Floor en Kinne Snavels gebaseerd op een ontwerp van Pieter Bruegel, 1612-1652

 (collectie en foto: Rijksmuseum Amsterdam)

 

 

 

 

                                       ‘Oude man met karikaturale kop’; de tronie was een geliefd genre in de Gouden Eeuw

 

 

 


 

Rijksmuseum Amsterdam

 

Foto’s: oktober 2013 en juli 2015

 

 

 

Startpagina Buitenbeeldinbeeld

 

 

Startpagina Beelden in het Rijksmuseum